Het voormalige klooster van de orde Jezuïeten, in de Valkenburgse wijk Stoepert, werd 1893 door aannemer Habets, naar een ontwerp van architect H.J. Hürth gebouwd.
Het gebouw, met een frontlengte van 93 meter, werd gebouwd met 7 miljoen bakstenen. Het was daarmee de grootste bouw in Nederland en alle stenen werden ter plaatse gebakken. In latere jaren werden er nog verschillende uitbreidingen en aanbouwen gerealiseerd.
Het gebouw kent een rijke geschiedenis. De Jezuïetenorde die zich er aan het eind van de 19e eeuw vestigde, was het Duitsland van Bismarck ontvlucht vanwege de “Kulturkampf”. Het klooster was samen met het Jezuïetenklooster in Oudenbosch (NB) het enige klooster in Nederland dat beschikte over een observatorium en werd in eerste instantie opgericht als College Maximum.
Tijdens de oorlogsjaren werden de Jezuïeten door de SS verdreven en werd de Reichsschule voor jongens in het gebouw gevestigd. Deze kostschool was bedoeld om jonge jongens uit NSB-gezinnen, op te voeden tot fanatieke en meedogenloze SS-ers. De neogotische kerk die bij het complex hoorde werd door de bezetter opgeblazen en de huidige Kloosterweg (die toen nog Stoepertweg heette), zou gedurende de Tweede Wereldoorlog zelfs zijn omgedoopt tot Adolf Hitler-Allee. Er zijn echter ook mensen die dat betwisten. In een nabijgelegen tuin werd -door een tuinman- in 2013 een bord met opschrift Adolf Hitler Allee gevonden. Officieel werd de Kloosterweg, gedurende de oorlog, veranderd in Stoepertweg, maar het is (gezien het gevonden bord) niet ondenkbaar dat de SS er een straatnaambord met het opschrift "Adolf-Hitler-Allee" heeft opgehangen.
Na de oorlog deed het klooster dienst als interneringskamp voor vrouwen uit ex-NSB gezinnen en de zogenaamde moffenmeiden (=vrouwen die tijdens de Tweede Wereldoorlog een relatie hadden met Duitse militairen).
Het complex werd 1945 tot 1961 bewoond door één pater (Pater Evers), totdat in 1961 de orde van de Franciscanessen van Sint-Jozef het pand betrokken. Zij waren dringend toe aan een nieuw onderkomen en de gemeente ging akkoord met de verhuizing, mits zij er een bejaardenhuis in zouden vestigen en zo geschiedde.
Het klooster deed tot 1983 dienst als klooster met bejaardenhuis, waarna de zusters toe waren aan een nieuw onderkomen. De gemeente Valkenburg ging destijds akkoord met de bouw van een nieuw klooster, op voorwaarde dat het oude gesloopt zou worden. De overste tekende daarvoor, maar nadat het nieuwe klooster klaar was, brak de orde de belofte en liet het klooster aan zijn lot over, totdat de Stichting Transcendente Meditatie het klooster kocht.
In 2001 sloeg het noodlot toe en brandde het dak van de Noordelijke vleugel geheel weg. Gelukkig deden zich geen persoonlijke ongelukken voor, maar de meer dan 80 bewoners van de Maharishi beweging werden dakloos. Het klooster bleef en wordt echter bewoond door één bewoner die de zorg over het klooster op zich nam.
Velen probeerden via de bewoner om toegang te krijgen tot het klooster, maar omdat het gevaar te groot was en de eigenaar niet wilde dat er mensen in het klooster kwamen, lukte dat, op een enkeling na, vrijwel niemand.
Toen de plannen voor een hotel gepresenteerd werden, werd een klein deel van het het klooster opengesteld voor publiek, tijdens een open dag
Voordat het klooster definiet op slot ging. werd echter nog éénmalig een uitzondering gemaakt voor mij en fotografe Anita van Rennes, om het klooster in beeld te brengen voordat het klooster verbouwd wordt tot zeer luxe hotel. De eigenaar benadrukte dat de toestemming eenmalig is en wil geen andere mensen in het klooster toelaten.
Langs deze weg wil ik ook de eigenaar en de bewoner nogmaals bedanken om deze reportage te maken. Om andere mensen ook -op niet commerciële basis- mee te laten genieten van het klooster, plaats ik de foto's van dit klooster onder CC-BY licentie.