Achtergrond:
Toen eind achttiende- begin negentiende eeuw de staalindustrie in Europa echt vorm begon te krijgen, rezen in de gebieden waar veel steenkool te vinden was, de hoogovens en staalfabrieken de lucht in. Omdat je globaal genomen tien kilo steenkool nodig hebt om één kilo ijzererts te smelten, is het niet zo vreemd dat de ze juist die gebieden opzochten.
Door de globaliserende markt en economische invloeden moesten veel van deze complexen hun deuren sluiten en leken (tot nu) alleen nog de hoogovens in IJmuiden en in het Duitse Ruhrgebied rendabel. In België, zowel aan de kust, als in de regio Charleroi en Luik, moesten de meeste complexen hun deuren sluiten.
Dit complex stond al een tijdje op het lijstje om te bezoeken, maar het was er nog niet van gekomen en bij dergelijke complexen is het alleen zaak dat je vóór de grote koperdieven en toeristen binnen bent geweest.
Het is alweer even geleden dat deze locatie op het programma stond, maar ik had er een dag voor uitgetrokken. Net zoals andere mensen een dagje naar de Efteling gaan, zocht ik het vertier in het ronddwalen en wegdromen op zo'n complex.
De explore
Voor deze locatie was het zaak om vooral ongezien binnen te komen, want eenmaal binnen is er geen zoeken meer aan voor de beviliging. Ditmaal ging ik samen met een andere liefhebster op stap en zoals gezegd, trokken we wel een dagje uit voor HFB, zoals het complex genoemd werd.
Om zoveel mogelijk problemen te voorkomen en om zo min mogelijk aandacht te trekken, ben ik altijd een voorstander om als heer en meester een terrein op te lopen, maar we wisten dat een groot stalen hek voorkwam dat je naar binnen kon lopen. Er waren wel andere mogelijkheden, maar die hadden ook zo hun risico's.
Een korte verkenning maakte duidelijk dat er genoeg mogelijkheden waren om op het terrein te komen, maar daarachter lagen bramenstruiken en Nato-prikkeldraad, dus dat was nogal een gedoe, maar zeker niet onmogelijk. Het portiershuis leek verlaten, dus maar eens voorzichtig naar de hoofdingang. Toen we er net stonden, ging de slagboom (die het terrein hermetisch afsloot) open. We zagen dat als een uitnodiging om binnen te lopen, dus liepen we het terrein op. Even hoorden we nog onverstaanbaar door gekraak, een Franse stem wat roepen door de intercom, maar helaas spreek ik geen Frans. Toen we net 1 minuut op het terrein waren, hoorden we een busje van achteren naderen en het hart klopte in mijn keel: bewaking? In het witte busje zaten twee mannen met overalls, die ons aankeken, doch verder geen actie ondernamen.
Zodra het busje uit zicht was, maakten we ons snel uit de voeten, naar een ander deel van het terrein, want daar wilden we immers beginnen.
Na een klein half uurtje door struikgewas, over spoorrails en trappen kwamen we bij de hoogoven aan:
Wat een gigantische machine is dit en wat moet het hier een hel zijn geweest om te werken, zeker gedurende de zomermaanden. Van een afstand had ik geen enkel idee dat dit deel van het complex zo open is. Een paar stappen en je kijkt zo over het complex uit en weer een minuutje verder lijkt het alsof je in een gewone werkplaats van een doorsnee fabriek staat.
Gelukkig is er nog nauwelijks iets vernield en zit alles gewoon nog op de plek zoals het hoort, een paar maanden later was dat helaas alweer heel anders.
Veel tijd nemen we niet, althans niet de tijd om naar boven te klimmen en de hoogoven van bovenaf te fotograferen. Nat de injectors aan een grondige inspectie onderworpen te hebben, was het tijd om de oven eens te gaan bekijken op de plaats waar het vloeibare staal vroeger uit de oven stroomde.
Vanaf dit punt is de hele hoogoven te zien, althans dat deel dat binnen staat, een bijna net zo groot deel steekt nog hoog oven het dak uit. Hoewel het afscheid moeilijk viel, werd het tijd om door te gaan. Er is hier nog zoveel te zien en zeker met dit goede weer en veel licht is het ideaal om de locatie in beeld te brengen.
Via het terrein belanden we in een gebouw dat al overduidelijk bezocht is door koperdieven. Overal liggen gestripte kabels en sommige ruimtes zijn al gebruikt om het laatste kunststof van de kabel af te branden. Overal roet en natuurlijk het PAK-alarm dat in het achterhoofd afgaat.
Toch maar eens kijken wat hier te zien is, het gebouw is in ieder geval groot genoeg om interessante dingen te herbergen.
Eenmaal binnen blijkt het een deel te zijn waar zuren gemaakt en opgeslagen werden, de waarschuwingsbroden geven in ieder geval te kennen dat hier rotzooi ligt. Het kleine werkplaatsje dat in het gebouw was, bleek nog wel het leukst, maar ook van de minder interessante zaken maak ik foto's tijdens zo'n bezoek.
Tijd om door te gaan, want iedere hoogoven heeft een elektriciteitscentrale, dus dat zal bij deze niet anders zijn. Verlaten elektriciteitscentrales zijn vanwege het imposante karakter, altijd geliefde locaties.
We banen ons weer een weg door gestripte kabels en andere troep een weg naar buiten op zoek naar de centrale.
We hebben geluk, ondanks dat ook hier al koperdieven zijn geweest, lijkt de centrale nog redelijk ongeschonden. De turbines zijn in ieder geval nog geheel in tact en de controleruimte is ook nog heel. Helaas is deze echter ook aangetast door de roet van het afbranden van kabels, elders in het gebouw. Aan de roetsporen is in ieder geval duidelijk te zien dat hier grote hoeveelheden kabels afgebrand werden.
Omdat we toch al wat uren over het terrein liepen en ondertussen ook nog iemand van een beveiligingsbedrijf buiten hadden zien lopen, besloten we dat we tevreden moesten zijn met de foto's die we hadden kunnen nemen en maakten we op de weg terug naar de hoofdingang gebruik van het mooie weer om nog wat kiekjes buiten te nemen en nog even in het gedeelte waar de sinteroven stond.
Aangezien het geluk niet eeuwig kon blijven duren, besloten we het voor gezien te houden en weer terug te gaan richting de hoofdingang. We bleken geluk te hebben want het hekwerk stond nog open en alleen de slagboom bleef dicht. Gelukkig bleek de ruimte -ondanks wat we eerst dachten- tussen de slagboom en het hekwerk ruim genoeg om ons weer naar buiten te laten.
De foto's zijn in hoge resolutie HFB urbex.